Archeobotanisch onderzoek van twee beerputten van de locatie Utrecht-Ambachtstraat
Rapportnummer 839
| Publicatiedatum 01 juli 2015
[auteur] Meer, W. van der
![[download rapport]](/resources/images/icon_pdf.gif){kind=icon}
[download rapport]
Het archeologisch onderzoek van Utrecht-Ambachtstraat 1-1b is uitgevoerd door de gemeente Utrecht, Afdeling Erfgoed, onder leiding van R. van der Mark.1 De opgraving had plaats in de maanden januari en februari 2002. De uitwerking van het onderzoek had niet direct plaats, maar is uitgevoerd in 2014 en 2015 door G. Beeuwkes als afstudeerproject voor de HBO-opleiding Archeologie aan Saxion Deventer. Zijn scriptiebegeleider vanuit Afdeling Erfgoed gemeente Utrecht was J. van der Kamp.
De percelen Ambachtstraat 1 en 1B functioneerden tot ongeveer 1900 als achtererf van de bebouwing op de percelen Kromme Nieuwegracht 14, 16 en 18. De locatie bevindt zich op beddingafzettingen van de Oude Rijn, waarin sporen van activiteit uit de elfde/twaalfde eeuw zijn aangetroffen. Het terrein is daarna tweemaal opgehoogd voordat er de eerste stenen gebouwen werden opgericht rond het begin van de vijftiende eeuw. Deze bebouwing betreft een achterpand aan het hoofdhuis van Kromme Nieuwegracht 14-16 en een achterhuis op het perceel Kromme Nieuwegracht 18. In de ruimte tussen het hoofd- en achterhuis bevond zich een beerput (beerput A). Tussen het hoofd- en achterhuis van Kromme Nieuwegracht 18 bleef vermoedelijk eveneens een binnenplaats bestaan. Het achtererf Kromme Nieuwegracht 14-16 bleef onbebouwd, in de zeventiende eeuw wordt er een beerput aangelegd (beerput B).
De twee beerputten zijn laagsgewijs bemonsterd door het veldwerkteam. Tevens is de inhoud van een gevonden aspot bemonsterd. Hierna zijn de monsters enkele jaren opgeslagen. In 2014 zijn de monsters overgedragen aan BIAX Consult voor archeobotanisch onderzoek. De resultaten van dat onderzoek worden besproken in dit verslag.