Giant Junipers
Houtonderzoek aan een Middenneolithische opgraving te Wateringen
Rapportnummer 008
| Publicatiedatum 01 januari 1995
Auteur Hänninen K. & C. Vermeeren
In Wateringen werd in 1994 een Middenneolithische vindplaats van de Hazendonk-groep opgegravendoor Daan Raemaekers (IPL). De vindplaats ligt op een oude strandwal. Deze maakte vroeger deel uitvan een dynamisch gebied. In het achterland lagen vochtige strandvlakten, terwijl op de strandwal zelfdrogere standplaatsen waren (mond. meded. van der Valk). Dit landschap bood diverse mogelijkhedenvoor menselijke bewoning. Bij de opgraving werd een groot aantal paalgaten en kuilen gevonden. In het veld werd een deel vande paalgaten als de resten van een constructie geïnterpreteerd. Dit werd later bevestigd door hethoutonderzoek. In de grondsporen werden onverkoolde houtresten aangetroffen, waarvan een deelbewerkt was. Ook is in een aantal kuilen houtskool aangetroffen. Dit geldt met name voor een spoor invak 82L, waarin zich een brede band van puur houtskool bevond.1 Tijdens de opgraving is het hout zovolledig mogelijk verzameld. Het meeste houtskool komt uit monsters genomen voor zadenonderzoek,slechts één spoor (vak 82L) is speciaal voor houtskoolonderzoek bemonsterd. Het hout is onderzocht met als doel het geven van een beschrijving van het landschap in deomgeving van de vindplaats en het verkrijgen van informatie over het houtgebruik van de bewoners:welke soorten werden gebruikt en voor welke doeleinden, hoe werden ze bewerkt en was het nodighout van elders aan te voeren?