Terug naar overzicht

Palaeo-ecologisch onderzoek aan een bodemprofiel uit De Brand, Gemeente Udenhout

Rapportnummer 126 | Publicatiedatum 01 januari 2001
Auteur Smeerdijk D.G. van

Download rapport  Download rapport


1.1 ALGEMEEN Binnen het kader van het historisch ecologisch onderzoek, zoals dat op ALTERRA (Wageningen) is opgezet, is door drs. G.H.P. Dirkx een projectvoorstel gemaakt om in samenwerking met de Stichting Het Noord-Brabants Landschap onderzoek te doen naar de historische ecologie van het natuurgebied De Brand bij Udenhout. Een belangrijk aspect binnen dit onderzoek is de bosgeschiedenis van dit gebied. Een bijzonder aspect van het gebied is namelijk het voorkomen van oud bos, bos ouder dan 150 jaar, over grote oppervlakten. Historische bronnen suggereren dat delen van dit oude bos een nog hogere ouderdom hebben en mogelijk restanten zijn van het bos waar- van hier in de Middeleeuwen sprake is. Deze bossen zijn weliswaar in de loop van de geschiedenis sterk door de mens beïnvloed, maar zouden nooit geheel verdwenen zijn. Op basis van het door Dirkx bestudeerde kaartmateriaal en andere historische bronnen zijn een aantal locaties in het natuurgebied De Brand uitgezocht voor palaeo-ecologisch onderzoek.11.2 VRAAGSTELLING Tijdens de eerste veldwerkdag bleek het niet eenvoudig om een geschikte locatie voor monstername te vinden. Gezocht is onder andere naar locaties met een veenpakket dat na de Romeinse Tijd tot ver na de Middeleeuwen is doorgegroeid. Deze zijn niet aangetrof- fen. Als er al veen aanwezig was dan was het sterk omgewerkt. Ook op andere locaties bleek de bodem sterk omgewerkt. Dit is onder andere gebeurd tijdens de aanleg van rabatten. Dit zijn smalle ruggen, aan weerszijden begrensd door brede ondiepe greppels, die dienden om tot een betere drooglegging van het bos te komen. De bomen werden op de lage ruggen geplant. Men gaat er vanuit dat de rabat is opgehoogd met materiaal uit de greppel en dat de greppel periodiek is opgeschoond en dat dit materiaal (vnl. bladafval) eveneens op de rabat is terecht gekomen. Uiteindelijk bleek in een bosperceel waar de bomen op rabatten stonden dat er op ongeveer 30 cm onder het huidige oppervlak van de rabatten een donkergrijze tot zwarte humeuze horizont voorkwam. Bij de eerste waarnemingen leek het er op alsof de humeuze band een (gedeeltelijk) verspit oud opper- vlak was dat was afgedekt bij de aanleg van de rabat. Dit bood perspectieven voor nader onderzoek. We zouden hier namelijk door de humeuze laag onder de rabat te bemonste- ren zicht kunnen krijgen op de bosbegroeiing vóór dat de rabatten werden opgeworpen en door de bovengrond van de rabat te bemonsteren op de bosontwikkeling ná de aanleg van de rabatten. Met deze locatie in gedachte heeft eerst nog nader bronnenonderzoek plaats- gevonden, en is nog wat extra veldwerk gedaan. Dit leverde echter geen betere locaties op. Besloten is om in De Brand het perceel met de rabatten tot studiegebied te nemen. Vooraf aan het onderzoek waren enkele vraagstellingen geformuleerd. In de loop van het onderzoek zijn deze enigszins bijgesteld, of zijn er nieuwe vraagstellingen bijgekomen. Het betreft: a. Is het bladafval uit de greppel op de rabat terecht gekomen? b. Is er iets te zeggen over de frequentie waarin dat gebeurde? c. Waarom zijn de rabatten aangelegd? Had dat misschien te maken met veranderingen in het bosbeheer? d. Werd er, nadat de rabatten waren aangelegd, nog aan grondbewerking gedaan? 1 In dit rapport wordt regelmatig verwezen naar het eindrapport van Dirkx 2001. BIAXiaal 126 2 Bijvoorbeeld om stoven die na verloop van tijd minder productief werden, te verwijderen en nieuwe loten te planten? e. Kan er iets gezegd worden over de abiotische omstandigheden die hier bovenop de rabat heersten (biologische activiteit, invloed van kwel of grondwater)? f. Is de horizont (2A1b) die op enkele decimeters onder het maaiveld van de rabatten werd aangetroffen het oude maaiveld van vlak voor de rabattenvorming? g. Is deze laag (de 2A1b) gespit bij de aanleg van de rabat, of ligt hij in situ (belangrijk bij interpretatie pollenanalyse)? h. Op het oude maaiveld heeft mogelijk elzenhakhout gestaan (historische bronnen spre- ken van broekvelden met schaarhout). Wat kun er over het bodemgebruik gezegd worden. Was het bos, was het doorlopend bos of is de rabat op weiland of hooiland opgeworpen? i. Indien er sprake is van elzenhakhout, is het dan mogelijk een indicatie te geven van de intensiteit van het gebruik. Werd er gemest, werd het hout vaak gekapt, vond er grondbe- werking plaats voordat de rabatten werden aangelegd?

Bedankt voor uw aanvraag, u ontvangt binnen enkele ogenblikken een e-mail met daarin de downloadlink.

Sluit venster

Download rapport

Vul om dit rapport te downloaden onderstaande gegevens in. U ontvangt direct een link per e-mail om het rapport te downloaden:






Op dit rapport rust nog een embargo, neemt u even contact met ons op?

Contact >