Palynologisch onderzoek aan Rhoon-het Land van Poortugaal (gem Albrandswaard)
Rapportnummer 433
| Publicatiedatum 01 januari 2009
Auteur Brinkkemper O.
In 2008 is door de Grontmij een defnitief archeologisch onderzoek uitgevoerd op de locatie Rhoon-Het Land van Poortugaal (gem. Albrandswaard).1 Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van Drs. J. van der Roest. In werkput 8 van de opgraving zijn drie pollenbakken in het profiel geslagen. In het westelijke deel van het profiel zijn de pollenbakken vnr. 380 (boven) en 381 verzameld, in het oostelijke deel vnr. 382 (zie figuur 1). Figuur 1 Profiel van werkput 8 met de drie pollenbakken en de laagnummers. In het profiel van werkput 8 zijn van onder naar boven de volgende lagen onderscheiden: laag 1 = grijze klei met zwarte organische vlekken (misschien af en toe houtskool); laag 2 = grijze klei, met bruine organische (venige) vlekken (sporadisch houtskool); laag 3 = bruingrijze gevlekte klei, met enige zwarte organische vlekken; laag 4 = grijze klei, met zwarte organische vlekken (mogelijk houtskool) / donkerbruingrijze gevlekte zavel, met iets houtskool en iets ijzer. Uitspoelinghorizont van bovengelegen venige laag (laag 5); laag 5 = bruin kleiig veen (rietveen); laag 6 = grijsbruine klei, met ijzervlekken; enige organische vlekken, "Romeinse laag"; laag 7 = grijsbruine klei. laag 8 = bruine gevlekte klei (bouwvoor). Alle lagen behoren tot het laagpakket van Walcheren. Onder dit laagpakket bevond zich een Hollandveen laagpakket op een diepte van 1,65 3,50 m onder maaiveld. In een later stadium is nog een vierde monster (vnr. 463) voor analyse geselecteerd. Dit monster is verzameld in het vlak van werkput 8, om te pogen het veenpakket te linken aan de dunnere, uitwiggende veenlagen van het profiel Door middel van pollenonderzoek aan de drie pollenbakken en het vierde monster diende antwoord gezocht te worden op onderstaande onderzoeksvragen: 1. Indien de twee bemonsterde kolommen, vnr. 380 en vnr. 381 enerzijds en vnr. 382 anderzijds, worden bekeken, zijn er dan in de diagrammen bepaalde pieken bij bepaalde soorten waarneembaar die duiden op het voorkomen van cultuurgewassen? Dit kan dan mogelijk duiden op de aanwezigheid/nabijheid van akkers, die weer wijzen op menselijke aanwezigheid in de buurt van de onderzochte vindplaats.